Van een mug een olifant maken: met macrofotografie doe je niet anders! Officieel spreek je pas van macrofoto’s als het onderwerp op ware grootte op de beeldsensor staat. De verhouding is dan 1:1. Met een verhouding van 1:2 spreek je eerder van een close-up, omdat het sensorbeeld slechts de helft van het origineel beslaat. Groter maken dan in werkelijkheid kan natuurlijk ook! Met een verhouding als 2:1 of zelfs hoger kun je minieme details enorm opblazen. Er zijn een aantal technieken als het om macrofotografie gaat.
Voorzetlens
De eerste techniek is meteen ook de goedkoopste manier om mooie macrofoto’s te maken: met een dioptrie-voorzetlens.Het filter verkleint de minimale scherpstelafstand van een objectief, je kan het onderwerp dus van dichterbij benaderen. Bovendien heb je met een voorzetlens geen lichtverlies. Het principe werkt hetzelfde als een brillenglas.
Macrolens
De volgende techniek de we bespreken is er eentje die vrij voor de hand ligt. Mooie macrofoto’s maak je met een macrolens. Macro-objectieven zijn er in verschillende brandpunten, vanaf 50 mm tot wel 200 mm. Een objectief van rond de 100 mm is het breedst inzetbaar. Naast macrofotografie is deze lens namelijk ook mooi te gebruiken voor portretfotografie!
De onscherpte in voor- en achtergrond is mooier en rustiger dan bij een objectief van 50 mm. Bovendien is de afstand van camera tot onderwerp groter en dat zorgt er voor dat je schrikachtige onderwerpen (zoals insecten of amfibieën) meer rust geeft en dus makkelijker kan fotograferen.
Tussenring
Een andere manier om de minimale instelafstand te verkleinen is met een tussenring. Zo’n ring is een holle, korte buis die je op de body plaatst, waarna je er een objectief opklikt. Het kan één ring zijn, maar er zijn ook setjes te koop van drie ringen in verschillende diktes. Als de ring van hetzelfde merk is als je camera kun je gewoon de autofocus en de automatische instellingen blijven gebruiken. En dat is wel zo handig.
Ooghoogte
Een belangrijke tip is om je onderwerp op ooghoogte te fotograferen, net zoals je dat bij portretfotografie zou doen. Het effect is dat de foto warm en intiem overkomt. Het onderwerp maakt contact met degene die ernaar kijkt.
Sluitertijd, ISO, diafragma
Hoe hoger de diafragmawaarde, des te groter de scherptediepte. Een lage waarde zorgt er voor dat bij een insect alleen de ogen scherp worden weergegeven. (F2.8, bijvoorbeeld). Of dat alleen de reflectie in een regendruppel scherp is – en de rest wazig. Het scherpe gedeelte trekt dan net dat extra beetje aandacht. Als je een vlinder of een bloem scherp op de foto wil dan heb je een hoge diafragmawaarde nodig: bij extreme close-ups F16 of hoger.
Als je een hoge diafragmawaarde hebt, is er een kleine lensopening en daardoor wordt er weinig licht doorgelaten. Om toch de juiste belichting te krijgen moet je óf de ISO-waarde verhogen óf zal je de belichtingstijd moeten verlengen. Op het eerste gezicht lijkt de eerste optie het aantrekkelijkst, maar bij macrofotografie is het juist aan te raden om deze zo laag mogelijk te houden. Een hoge ISO-waarde zorgt voor een ruis die snel opvalt. Liever dus de sluitertijd verlengen!
Tip!
Probeer eens gebruik te maken van een omkeerring. Dit is een wat minder bekende manier om de 1:1 of groter verhouding te krijgen. Met deze ring monteer je een gewoon objectief andersom op je camera zodat je opeens heel dichtbij kunt fotograferen! Het is een goede (en goedkope) manier om van een mug een olifant te maken...